Als je een personage maakt, boetseert, creëert, zijn er een aantal fouten om te vermijden:
Inhoudsopgave
1. Je somt in je verhaal alles op in verband met je personage
Een halve of hele pagina met niets anders dan een beschrijven van je personage, dat interesseert je lezers niet. Beschrijf gewoon kort een bepaald kenmerk en uitzicht. Iet dat sprekend is voor je personage. Geen opsommingen. Je kan wel altijd iets lossen over je personage in de loop van je verhaal: hier en daar kleine puzzelstukjes zodat je lezer in de loop van het boek je personage verder ontdekt. Maar zeker niet van in het begin ellenlange zinnen over je personage. Dat haalt het rimte uit je verhaal.
2. Je laat geen dingen zien van je personage
Je kan schrijven dat je personage bijvoorbeeld agressief is of koppig, maar beter is dat te laten zien door de interactie in het verhaal met andere personages. Een voorbeeld kan dit misschien verduidelijken:
Versie 1 : Dirk was koppig en arrogant. Hij zou nooit toegeven dat hij ongelijk had. Dat maakte hem irritant.
Versie 2 : Madeleine vond dat Dirk nogal koppig op zijn standpunt bleef. Waarom gaf hij nu niet gewoon toe dat hij ongelijk had? Door zijn arrogante houding wou ze niets met hem te maken hebben.
Je zal wellicht de tweede versie leuker om te lezen vinden, niet?
3. Je let niet op het perspectief van je personage
Als je iets schrijft, dan gebruik je een vertelperspectief: je vertelt een verhaal vanuit het oogpunt van een personage. Als je schrijft over Dirk, dan kan je enkel vertellen wat hij voelt, wat hij ziet, wat hij meemaakt. Je kruipt in de huid van je personage. Is je personage koppig, laat hem dan koppig zijn en maak er geen meegaande persoon van omdat je dat zelf bent. Let ook op dat je niet van perspectief wisselt. Voorbeeld: “Ze zag een zwarte kat de straat over steken, hij wist dat ze niet naar hem keek, maar naar de kat.” Hier heb je in één zin twee verschillende personages waar het over gaat. Dit kan niet en is verwarrend voor je lezer.
4. Je vergeet je personages een ontwikkeling door te laten maken
Laat je hoofdpersonage, eventueel ook andere personages een ontwikkeling doormaken. Beschrijf eerst de problemen waarmee je hoofdpersonage kampt of de situatie waar hij een probleem mee heeft. Laat zien hoe hij of zij hierdoor beïnvloed wordt. Laat je personage twijfelen, keuzes maken, een innerlijke strijd voeren.
5. Je vergeet een doel voor je hoofdpersonage
We hebben allemaal een doel in het leven, toch? Dus is het noodzakelijk dat ook je hoofdpersonage een doel heeft. Verliefd worden, een reis ondernemen, iemand vermoorden of gewoon iets veranderen in zijn of haar leven. Een doel toont dat je personage een innerlijke strijd moet overwinnen of het moet opnemen tegen iemand anders. Daar smullen lezers van, jij toch ook?
6. Je geeft te veel details
Veel schrijvers hebben de neiging om allerlei details te beschrijven. Zowel het hoofdpersonage als bijpersonages worden tot in het kleinste detail uitgewerkt. Wat het lievelingsboek is van het personage, wat hij of zij graag eet, enzovoort…. Doe dit niet. Ze zijn leuk voor jou als geheugensteuntje, maar niet voor de lezer. Deze details bepalen niet het karakter of de persoonlijkheid van je personage. Zet enkel de details op papier die belangrijk zijn voor je verhaal, voor de plot, voor de sfeer van je boek. Een voorbeeld is de leeftijd en geboortedatum: dit is meestal niet relevant, maar in sommige gevallen wel. Stel dat je een historische roman schrijft, dan kan het interessant zijn de geboortedatum te vermelden als je personage bijvoorbeeld geboren is tijdens de Franse revolutie, wat een verschil kan zijn met een personage dat erna geboren is en die periode niet heeft meegemaakt. Of als je graag rond symboliek werkt (iets voor mij dus), dan kan je een personage laten geboren worden in de lente als teken van een nieuw begin. Het kan van belang zijn als je personage iemand is die een blitzcarrière maakt of op oudere leeftijd zwanger wordt. Denk dus goed na over welke details je vermeld en waar in je verhaal. Verspreid ze over je verhaal. En vooral: niet te veel.
7. Je personage is te belerend
Iets waar ik me soms durf aan zondigen, helaas. Een aandachtspunt. Soms wil je informatie geven, je lezer iets laten leren of ben je passioneel over een bepaald onderwerp. Maar dat past niet altijd en je kan erin overdrijven (been there, done that). Een oplossing is soms dat je personage iets leest in een boek, iets hoort op televisie of dat iemand iets verteld. Maar de moraal blijft: niet overdrijven.
Wil je meer fouten vermijden?
Lees ook bij Blogschrijver:
Hoe maak ik een interessant hoofdpersonage?
Enkele bijkomende taaltools en hulp bij taalproblemen
De verdeling van je verhaal in plots
Foto: Scott Graham via Unsplash